Internationale markten
Het jaar begon met een vertraging in de economische groei van China en een flinke daling op de Aziatische beurzen, hoewel die zich uiteindelijk herstelden. De groei mag dan langzamer zijn, China kent nog steeds een jaarlijke toename van het bbp van tussen de 6 en 7%, waarmee het de overige wereldeconomieën overschaduwt. De stemming in het Verenigd Koninkrijk voor een Brexit kwam voor vrijwel iedereen als een grote verrassing en leidde tot veel onzekerheid in Europa en daarbuiten. Dit stelde het beginnende economische herstel van veel Europese markten op de proef. Het potentiële effect van de Brexit op zowel het Verenigd Koninkrijk als haar voornaamste handelspartners is vooralsnog onzeker. De jaarlijkse groeiprognose van het Europese bbp is naar beneden bijgesteld van een eerder 1,9% naar een gemiddelde van 1,7%. De heersende onzekerheid werd versterkt door de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen en de verrassende zege van Donald Trump. Waarschijnlijk zal deze onzekerheid voorlopig aanhouden, of tenminste totdat de politieke koers van Amerika onder het presidentschap van Donald Trump duidelijker wordt. Daarnaast is er toenemende politieke onrust vanwege de grote aantallen kiezers binnen Europa die niet tevreden zijn met de huidige politieke situatie.
De enorme hoeveelheid belegbaar kapitaal bracht daarentegen iets van optimisme op de internationale vastgoedmarkten. De aanhoudende lage rentestand en uitzonderlijk wisselvallige aandelenmarkten maakten vastgoed tot een zeer aantrekkelijk alternatief voor risicomijdende investeerders, zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen en andere institutionele investeerders. De beleggingsrendementen liggen in alle regio's ruim onder het langjarig gemiddelde, maar omdat de rendementen op risicovrije alternatieve beleggingen lager zijn dan ooit, blijven de rendementsverschillen op peil en vloeit er meer kapitaal richting vastgoed. Vastgoed trok in 2016 zo’n USD 1 biljoen aan. De meeste internationale markten profiteerden hier in 2016 van, wat resulteerde in een stevige toename van beschikbaar kapitaal. De gunstige vooruitzichten voor de gebruikersmarkten lijken voor vastgoed op A-locaties inmiddels grotendeels in de prijzen verdisconteerd te zijn. Als gevolg hiervan beginnen sommige investeerders zich in de richting van sub-prime vastgoed te bewegen.
Nederlandse markt
De Nederlandse vastgoedmarkt heeft zich de laatste twee à drie jaar hersteld en is bij steeds meer beleggers in trek. Nederlandse pensioenfondsen hebben afgelopen jaar nieuwe Nederlandse investeringen gedaan en streven ernaar hun allocatie naar vastgoed de komende paar jaar uit te breiden. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de aanhoudend lage rente, de lage opbrengsten van aandelen en obligaties, en de wisselvallige beurzen. Ook internationale investeerders hebben hun oog laten vallen op de Nederlandse markt en zijn zelfs verantwoordelijk voor meer dan de helft van de vastgoedbeleggingen in Nederland. Prime vastgoedmarkten zoals die van Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam zijn nog steeds aantrekkelijk geprijsd in vergelijking met andere belangrijke Europese markten als Londen, Parijs en München, waar de prijzen alweer boven het niveau van voor de crisis liggen. De belangstelling van Nederlandse en internationale investeerders drijft de prijzen echter snel op, waardoor beleggers hun blik aan het verbreden zijn. Ze richten zich niet meer uitsluitend op het topsegment, maar kijken in toenemende mate ook naar vastgoed op mindere locaties.
Na een reeks lastige jaren heeft de Nederlandse woningmarkt zich hersteld naar het niveau van voor de crisis. Als gevolg van het toenemend aantal huishoudens en de beperkte woningbouw tijdens en na de crisis, is het structurele tekort aan woningen verder gegroeid. Aangewakkerd door de verstedelijking heeft dit tekort de prijzen in 's lands belangrijkste steden snel opgedreven, met Amsterdam aan kop, gevolgd door steden als Rotterdam, Utrecht en Den Haag. De combinatie van een stabiele huurgroei en een yield shift heeft in 2016 zeer positieve rendementen opgeleverd. De vraag naar vrije sector huurwoningen is groot. Hierdoor worden de prijzen opgedreven en is een wedloop om hoogwaardige aankopen op toplocaties ontstaan.
Vanwege de stabiele bevolkingsgroei en de vergrijzing wordt er in de komende decennia een stevige toename voorzien in de vraag naar zorgvastgoed. Hoewel de (relatieve) bevolkingsgroei voornamelijk in de belangrijkste Nederlandse steden zal plaatsvinden, zullen huishoudens van 65 jaar en ouder in het hele land toenemen. De prognose voor alle 390 gemeenten is dat het aantal ouderen nog minstens 15 jaar toeneemt. Het totale aantal ouderen in Nederland groeit naar verwachting van 2 miljoen huishoudens van 2015 naar 2,9 miljoen in 2030. Zorgvastgoed wordt daarmee een bijzonder interessante sector voor institutionele investeerders.
De vraag naar kantoorruimte is uiteraard zeer conjunctuurgevoelig. Dankzij de verder aangetrokken economische groei en een redelijke toename van zakelijk vertrouwen zijn de vooruitzichten voor kantoorvastgoed veelbelovender dan de jaren voorheen. Dit komt mede door de dalende werkloosheid, die in 2016 op 5,6% uitkomt. Door de sterk toegenomen focus van bedrijven op kostenefficiëntie en de komst van nieuwe (mobiele) technologieën is de kwalitatieve vraag echter veranderd. Bedrijven hebben vaak voorkeur voor een bepaald soort locatie, maar tegelijkertijd zijn ze minder kantoorgebonden en wensen ze meer flexibiliteit, bijvoorbeeld in de vorm van kleinere satellietkantoren. Goede kantoorlocaties beschikken tegenwoordig over kwalitatief hoogwaardige kantoren met diverse huurders, zijn uitstekend bereikbaar met de auto en per openbaar vervoer, en liggen in gebieden met voldoende beschikbare, hoogopgeleide medewerkers. De keerzijde is het toenemend aantal secundaire locaties waar de huurders stuk voor stuk vertrekken, met als gevolg grote kantoorgebouwen met volledige leegstand en weinig vooruitzichten op nieuwe huurders. Deze polarisatie tussen prime en secundair (voor zowel locaties als vastgoed) is nu duidelijk zichtbaar en zal naar verwachting de komende paar jaar aanhouden.
Een vergelijkbare kloof is ook in de Nederlandse markt voor winkelvastgoed ontstaan. Door faillissementen van verschillende grote Nederlandse winkelketens kwam eind 2015 een groot aantal vierkante meters vrij. Andere detaillisten moesten over de huurvoorwaarden heronderhandelen. Er waren ook positieve ontwikkelingen: een groot aantal internationale winkelketens, zoals Primark en Zara, hebben de laatste jaren een stevige positie op de Nederlandse winkelmarkt veroverd. De vraag naar winkelruimte is gericht op kwalitatief hoogwaardige, grootschalige units op A-locaties. Hierdoor is een groot deel van de door de faillissementen van 2015 vrijgekomen winkelpanden weer tamelijk snel opgevuld. De meeste experts voorzien echter een verdere kloof tussen A en B-locaties.
Een vastgoedsector waar eveneens een stevige groei met stabiele rendementen wordt verwacht, is de hotelsector: het toerisme in Nederland blijft toenemen. Het aantal toeristen dat het land bezocht nam in 2015 met 7% toe, en groeide in 2016 met nog eens 3%. Vooral Amsterdam heeft van de toename aan buitenlandse toeristen geprofiteerd. De waardevermindering van de euro was ook een stimulans voor toerisme van buiten de eurozone. Als reactie op de enorme vraag van toeristen is de hotelmarket de afgelopen paar jaar fors gegroeid. De hotelmarkt met sterclassificaties telt circa 2.160 hotels met een totaal van ruim 100.000 kamers, waarvan 30.000 in Amsterdam. Door de snelle ontwikkelingen op de Amsterdamse hotelmarkt komen er binnenkort zo’n 6.500 hotelkamers bij. Recente beperkende maatregelen stellen een grens aan de ontwikkeling van nieuwe hotels, hetgeen na 2020 waarschijnlijk gunstig is voor de bestaande markt, omdat tegen die tijd het grootste deel van de nieuw geplande hotels klaar is.